Bijstanduitkering en terugwerkende kracht?
Bijzondere omstandigheden kunnen rechtvaardigen dat een aanvraag tot een bijstanduitkering met terugwerkende kracht in gaat. De Centrale Raad van Beroep heeft onlangs over deze kwestie een uitspraak gedaan. Appellante heeft in die zaak betoogd dat de aanvraag voor bijstand van begin 2013 zou moeten ingaan op 9 april 2010, derhalve met terugwerkende kracht. Als bijzondere omstandigheden voerde hij aan zijn medische toestand (depressieve klachten) en emotionele uitputting vanwege het voeren van procedures tegen UWV.
De gemeente heeft de uitkering wel verleend, maar niet met terugwerkende kracht. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat in beginsel geen recht op bijstand bestaat over de periode voorafgaan aan de datum waarop de betrokkene zich heeft gemeld om bijstand aan te vragen. Bijzondere omstandigheden kunnen dit anders maken.
De Raad was van oordeel dat er in deze zaak geen sprake was van bijzondere omstandigheden. Appellant had niet aannemelijk gemaakt dat hij buiten staat was tot het doen van een eerdere melding of het eerder indienen van een aanvraag. De gestelde emotionele uitputting in verband met het voeren van procedures maakt dit oordeel niet anders. Tevens is niet gebleken dat ten gevolge van de medische toestand appellant niet eerder in staat was om eerder een aanvraag in te dienen. De aanvraag werd daarom niet met terugwerkende kracht verleend.