Non-concurrentiebeding: schriftelijkheidsvereiste
In een recente uitspraak (juni 2015) heeft de rechtbank Midden-Nederland een uitspraak gewezen over de werking van een non-concurrentiebeding. De werkneemster was bij werkgever in dienst getreden voor bepaalde tijd. In de arbeidsovereenkomst was een non-concurrentiebeding opgenomen. Na verloop van tijd is de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd stilzwijgend omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Toen de werkneemster aan de werkgever mededeelde dat zij bij een andere werkgever in dienst zou treden, reageerde de werkgever dat een non-concurrentiebeding van toepassing was. De werkneemster heeft toen een gerechtelijke procedure aanhangig gemaakt met de stelling dat het non-concurrentiebeding niet rechtsgeldig was omdat niet voldaan is aan het schriftelijkheidsvereiste. De arbeidsovereenkomst was immers stilzwijgend tot stand gekomen.
De kantonrechter oordeelde dat met het (stilzwijgend) tot stand komen van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ook het non-concurrentiebeding van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd geldig was omdat geen sprake was van een zodanige wijziging van de essentialia van de arbeidsovereenkomst dat deze als een nieuwe overeenkomst moest worden aangemerkt. Ook was de kantonrechter van oordeel dat de nieuwe werkgever een concurrent van de oude werkgever was. De kantonrechter stelde de werkneemster op grond van de belangenafweging toch in het gelijk omdat gelet op de functie inhoud van de werkneemster (administratieve werkzaamheden) in combinatie met de hoogte van haar loon een non-concurrentiebeding een onevenredige benadeling oplevert. De werkneemster kon daarom bij de nieuwe werkgever aan de slag.
Lars Hoksbergen is advocaat arbeidsrecht in Zwolle. Voor vragen over arbeidsrecht kunt u hem bellen: 038-8504161.