Geen concurrentie- en/of relatiebeding; wel onrechtmatige concurrentie?
De rechtbank Overijssel heeft in februari 2015 een kort geding vonnis gewezen over onrechtmatige werknemersconcurrentie. In de arbeidsovereenkosmt tussen de werkgever en werknemer was geen concurrentie- en/of relatiebeding opgenomen. Daarom mag de werknemer in beginsel de voormalige werkgever beconcurreren.
De werkgever vorderde dat de werknemer gedurende een jaar niet, direct of indirect, haar klanten mag benaderen en daarbij geen gebruik mag maken van de bedrijfsinformatie van werkgever, één en ander met een aan de werknemer op te leggen dwangsom. Het was de werkgever immers al gebleken dat de werknemer actief klanten van de werkgever benaderde.
De rechter oordeelde dat de vordering van de werkgever neerkomt op het plotsklaps opleggen van een dwangsom op vermeend onrechtmatig handelen en dat de normale sanctie op onrechtmatig handelen een schadevergoeding is. In die zin past het niet om achteraf een afdwingbaar relatiebeding in het leven te roepen. De vorderingen van de werkgever werden op deze gronden afgewezen.
Indien met een werknemer geen concurrentie- en/of relatiebeding wordt overeengekomen, kan dit ertoe leiden dat de werknemer na ontslag de werkgever directe concurrentie aandoet. Hoewel vanaf 1 januari 2015 de regels voor het non-concurrentiebeding zijn aangescherpt, is het belangrijk om toch stil te staan bij de vraag of gelet op de aard van de functie een non-concurrentiebeding en/of relatiebeding nodig is.
Lars Hoksbergen is advocaat arbeidsrecht te Zwolle en kan u adviseren over vragen omtrent het non-concurrentie- en/of relatiebeding.