Einde arbeidsovereenkomst: onregelmatige opzegging
Het gerechthof ‘s-Hertogenbosch heeft in april 2015 uitspraak gedaan in een arbeidszaak over onregelmatige opzegging. De werknemer was eerst op grond van bepaalde tijd contracten bij de werkgever in dienst. Op enig moment heeft de werkgever aan de werknemer gezegd dat een verlenging van het contract er niet in zat, waarbij van belang was dat een ontslagvergunning niet door de werkgever was gevraagd. De werknemer stemde in met het einde van de arbeidsovereenkomst (zodoende zonder de vernietigbaarheid van het ontslag in te roepen), maar stelde dat sprake was van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en dat de werkgever niet de juiste opzegtermijn had gehanteerd, waardoor de werknemer op grond van onregelmatige opzegging (niet in achtneming van de opzegtermijn) recht had op een maand loon. De kantonrechter stelde de werknemer in het gelijk.
Het hof stelde vast dat de werknemer de vernietigbaarheid van het gegeven ontslag niet had ingeroepen en bij brief later had ingestemd met het ontslag. De werknemer deed aanvullend een beroep op handelen door de werkgever in strijd met goed werkgeverschap omdat de opzegtermijn niet in acht was genomen. In de procedure erkende de werkgever dat sprake was van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en voorts dat dus tijdig was opgezegd. De werkgever had volgens het hof de juiste opzegtermijn gehanteerd. De werknemer had immers de (schriftelijke) opzegging door de werknemer geaccepteerd en geen beroep gedaan op de vernietigbaarheid van de opzegging. In deze situatie was volgens het hof geen sprake van stijdig handelen met goed werkgeverschap. Daardoor maakte de werknemer een verkeerde keuze wat betreft de grondslag van zijn vordering en werd zijn vordering afgewezen.
Lars Hoksbergen is advocaat arbeidsrecht te Zwolle. Voor vragen over ontslagrecht kunt u hem bellen: 038-8504161.