Sociaal zekerheidsrecht
De Centrale Raad van Beroep heeft in september 2015 een uitspraak gedaan over een aan een uitkeringsgerechtigde opgelegde maatregel. Aan de uitkeringsgerechtigde was een bijstanduitkering toegekend. In het kader van een trajectplan verrichtte hij werkzaamheden. In verband met medische beperkingen werd hij tijdelijk gedeeltelijk arbeidsongeschikt en werd een re-integratietraject gestart. Na enige tijd nam de uitkeringsgerechtigde geen deel meer aan het traject bij Top-care omdat hij zich daarvoor te goed voelde. Als gevolg hiervan heeft de gemeente bij wijze van maatregel de bijstanduitkering met 50% gedurende een maand verlaagd. De gemeente voerde aan dat het onvoldoende meewerken aan een traject de inschakeling van arbeid belemmert.
De Centrale Raad van Beroep volgde de gemeente. Dat de uitkeringsgerechtigde na de startfase van het traject van mening was dat zijn situatie te goed was voor het traject, ontsloeg hem niet om verdere medewerking aan dit traject te verlenen. Bovendien heeft hij de stelling dat hij niet aan het traject kon deelnemen in verband met de gezondheidssituatie van zijn vrouw met geen enkel stuk onderbouwd zodat daaraan geen betekening kan worden gehecht. Van belang was ook dat de uitkeringsgerechtigde zelf had ingestemd met het traject. De opgelegde maatregel van 50% bleef daardoor in stand.
Lars Hoksbergen staat cliënten bij in procedures over sociaal zekerheidsrecht. Voor vragen over sociaal zekerheidsrecht kunt u hem bellen:038-8504161.