Sociaal zekerheidsrecht
In september 2015 diende een zaak bij de Centrale Raad van Beroep waarbij van een uitkeringsgerechtigde bijstand werd teruggevorderd omdat hij de inlichtingenplicht zou hebben geschonden. In een periode van ruim vier jaar had de uitkeringsgerechtigde 16 kentekens van voertuigen om zijn naam staan, waarvan meerdere waren geëindigd door de export van deze voertuigen. De tenaamstellingen zijn vaak van korte duur geweest. In verband met deze activiteiten is een onderzoek gestart met als gevolg het intrekken van de uitkering over een bepaalde periode.
De uitkeringsgerechtigde kon hiermee niet instemmen en voerde onder meer aan dat geen sprake was geweest van kleinschalige autohandel en dat de activiteiten slechts een incidenteel karakter hadden en dat het ging om vriendendiensten.
De Centrale Raad van Beroep heeft aangevoerd dat de door de uitkeringsgerechtigde aangevoerde argumenten onverlet laat dat sprake is geweest van op geld waardeerbare activiteiten, waarvan hij bij de gemeente melding had moeten maken. Bovendien merkte de Centrale Raad op dat het volgens vaste rechtsspraak in een dergelijke situatie aannemelijk is dat met betrekking tot die voertuigen voor de WWB relevante transacties hebben plaatsgevonden. De datum met ingang waarvan een kenteken niet langer op naam van appellant staat, is de datum waarop de desbetreffende transactie heeft plaatsgevonden. Daarom was de gemeente terecht over gegaan tot het terugvorderen van de uitkering over een bepaalde periode.
Lars Hoksbergen treedt voor cliënten op in procedures over sociaal zekerheidsrecht, waaronder bijstandszaken. Voor vragen over sociaal zekerheidsrecht kunt u hem bellen: 085-8504161.