Sociaal zekerheidsrecht
In een recente zaak (september 2015) heeft de Centrale Raad van Beroep de afwijzing van een bijstandsuitkering beoordeeld. De gemeente had de aanvraag afgewezen omdat de aanvrager van de uitkering voorafgaand aan de aanvraag bedragen op zijn bankrekening had bijgeschreven gekregen en daarover niet voldoende had informatie had verstrekt. In de bezwaarprocedure vond de adviescommissie dat de aanvrager wel voldoende informatie over de gelden had gegeven. Het ging over bedragen die de aanvrager van zijn ouders had geleend. De gemeente volgde het advies van de adviescommissie niet, onder meer met de vermelding dat niet is uitgesloten dat betrokkene meer contant geld heeft dan gestort op de bankrekening.
De aanvrager stelde beroep in en de rechtbank oordeelde dat de gemeente een verkeerd besluit had genomen. De herkomst van de gestorte bedragen was immers voor de rechtbank voldoende duidelijk. Tegen deze uitspraak stelde de gemeente hoger beroep in bij de Centrale Raad van Beroep. De Centrale Raad oordeelde dat er geen onduidelijkheid meer bestaat over de hoogte en de herkomst van de middelen die aan de aanvrager in de te beoordelen periode ter beschikking stonden en dat het recht op bijstand dus kan worden vastgesteld. Daar kwam bij dat de gemeente het advies van de adviescommissie onvoldoende gemotiveerd had gepasseerd. De aanvrager werd zo in zijn gelijk gesteld.
Lars Hoksbergen voert procedures in zaken over sociaal zekerheidsrecht. Voor vragen over sociaal zekerheidsrecht kunt u hem bellen: 038-45420680.