WSNP: opheffing faillissement en gelijktijdig uitspreken van WSNP traject
In een WSNP procedure bij het gerechtshof Amsterdam (uitspraak augustus 2015) ging het om de vraag of een faillissement kon worden omgezet in een schuldsaneringstraject.
De schuldenaar had verzocht om alsnog toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling, waarbij hij aanvoerde dat de rechtbank ten onrechte heeft aangenomen dat hij ten aanzien van het ontstaan van zijn schulden niet te goeder trouw is. Het ging met name om een CJIB-schuld, ontstaan in een moeilijke periode in het leven van de schuldenaar. Bovendien raakte de schuldenaar in een depressie en werd hij ontslagen. Door deze omstandigheden was de schuldenaar niet meer goed in staat om adequaat te handelen en zijn de CJIB-schulden opgelopen.
Inmiddels zijn de privé problemen verbeterd (hulp gezocht en schuldenaar heeft weer een baan). Om toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling dient de schuldenaar aan te tonen dat hij in de vijf jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend te goeder trouw is geweest. Het hof heeft aangegeven dat de schuldenaar daarin niet is geslaagd. De CJIB schulden zijn in een periode van ruim vier jaar ontstaan. Daarbij ging het om boetes vanwege het onverzekerd rondrijden op een scooter en het ongekeurd laten van voertuigen. De schuldenaar heeft in deze periode te weinig gedaan om boetes te voorkomen. Dat de schuldenaar door zijn situatie niet adequaat heeft gereageerd, betekent niet dat hij terecht jarenlang geen actie heeft ondernomen. Daarom is de schuldenaar niet te goeder trouw geweest ten aanzien van het laten ontstaan van de schulden. De verbeteringen van de schuldenaar zijn van te korte duur en onvoldoende bestendig om dit oordeel anders te laten uitvallen. Het verzoek van de schuldenaar werd afgewezen.
Lars Hoksbergen is advocaat en behandelt WSNP zaken.